VDZ projecten
31okt

Luchtdichtbouwen

Luchtdicht bouwen is een belangrijk onderdeel in de energietransitie. Daarom gaat in 2023 de Wet kwaliteitswaarborging voor het bouwen (Wkb) in. Dit betekent dat gebouwen bij oplevering moeten voldoen aan bepaalde bouwregelgeving, waaronder luchtdichtheids eisen. Maar wat houdt luchtdicht bouwen precies in?

Luchtdicht bouwen betekent dat in gebouwen ongecontroleerde luchtstromen, die worden veroorzaakt door kieren en naden vermeden moeten worden. Een gebouw met een goede luchtdichtheid verhoogt de bouwkwaliteit, het comfort en zorgt voor een lager energieverbruik.

Naast een hoge isolatiewaarde heeft een lage luchtdoorlatendheid een positieve impact op een lage energieprestatie coëfficiënt (EPC).
Plekken waar de ‘luchtlekken’ vaak ontstaan zijn:

  • Kozijnen en gevels
  • Aansluitingen van daken op gevels en bouwmuren
  • Dakdoorvoeren en daknokken
  • Hoek- en onderlinge aansluitingen
  • Aansluitingen met de begane grondvloer

Waarom luchtdicht bouwen?

Sinds 1 januari 2021 geldt voor alle nieuwbouw dat aanvragen van de omgevingsvergunning moeten voldoen aan de eisen voor Bijna Energie neutrale Gebouwen (BENG). Deze BENG-eisen vervingen de EPC-norm (Energie Prestatie Coëfficënt). De duurzaamheid van een constructie neemt dankzij het luchtdicht bouwen verder toe. Daarnaast is luchtdicht bouwen ook beter voor het milieu. De ruimtes in een gebouw bereiken sneller een comfortabele temperatuur en behouden deze beter. Dit leidt weer tot een lager energieverbruik en minder CO2-uitstoot. Het toetsen van de BENG-eisen gebeurt sinds 1 januari 2012 met de NTA 8800. Deze BENG-eisen zijn:

  • De maximale energiebehoefte, in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar voor koeling en verwarming.
  • Het maximale primair fossiel energiegebruik in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar, voor koeling, verwarming, warm tapwater en ventilatoren.
  • Het minimaal aandeel hernieuwbare energie zoals het gebruik van zonne-energie, windenergie en aardwarmte.

Bij luchtdicht bouwen is vooral BENG-eis 1 van belang. Om de warmtevraag te verminderen zijn onder meer goede isolatie van de thermische schil, het gebruik van minimaal triple glas en een goede luchtdichtheid bepalend. Bij de berekening van de dimensieloze EPC konden ontwerpers nog spelen met de waardes ter compensatie om uiteindelijk op de voorgeschreven EPC-waarde uit te komen. Bij de BENG 1-eis kun je niet meer compenseren. De maximale energiebehoefte in kWh per vierkante meter per jaar is leidend.

Luchtdichtheid bepalen

Luchtdichtheid drukken we uit in een qv10 waarde. Dit betekent de hoeveelheid liter lucht er per seconde, per m2 bij een drukverschil van 10 Pa door een gebouwschil stroomt (dm3/s per m2). De luchtdichtheid bereken je voor het gehele gebouw. Deze grote hoeveelheid lucht is ongewenst voor een energiezuinige woning. In de BENG-berekening wordt daarom ook een waarde voor de luchtdichtheid opgegeven. De BENG-eis is bijna altijd lager en dus strenger dan de Bouwbesluit-eis.

De luchtdichtheid kun je op 3 manieren bepalen:

Het hanteren van een forfaitaire waarde voor het gehele gebouw. Deze is afhankelijk van het dak- en gebouwtype.
De waarden baseren op eerdere projecten. Als projecten overeenkomen met eerder gebouwde projecten dan mag de gemeten qv10 waarde van het al gerealiseerde project worden gebruikt. Bij oplevering moet nog wel gecontroleerd worden of de prognose ook is gerealiseerd. Een steekproef bij oplevering volstaat dan. De blowerdoortest wordt vaak uitgevoerd in combinatie met infraroodfotografie.
Specifieke berekeningen maken. De methode is gebaseerd op een relatie tussen de luchtdoorlatendheid van een gebouw en de bouwkundige aansluitingen. Oftewel: hoe meer strekkende meter aansluiting in een gebouw aanwezig is, hoe meer lucht er in en uit kan stromen.

Klassen luchtdicht bouwen

In Nederland is de luchtdichtheid op basis van NEN 2687:1989 onderverdeeld in 3 klassen:

  • Klasse 1 Basis qv10 > 0,6 dm3/s.m2
    Voldoet aan het Bouwbesluit geen bijzondere eisen
  • Klasse 2 Goed qv10 tussen 0,3 en 0,6 dm3/s.m2
    Energiezuinig bouwen
  • Klasse 3 Uitstekend qv10 < 0,15 dm3/s.m2
    Passief bouwen of andere vormen van zeer energiezuinig bouwen
Meer lezen
VDZ projecten
1sep

De Warmteboiler

Een warmtepompboiler verwarmt water met binnen- en of buitenlucht, zonder dat hier aardgas voor wordt gebruikt. Op deze manier worden woningen, al dan niet in combinatie met een warmtepomp of hybride, op een duurzame manier verwarmd en van warm water voorzien. Daarnaast wordt het elektriciteitsverbruik tot een minimum beperkt, aangezien de buiten- en binnenlucht wordt gebruikt voor het verwarmen van het tapwater.

De warmtepompboiler bestaat uit een monobloc warmtepomp in combinatie met een boiler voor tapwater. Het heeft een voorraadvat met een capaciteit van – meestal – 100 tot 250 liter. Deze hoeveelheid warm water is voldoende voor gezinnen tot 5 personen.

In onderstaande vragen en antwoorden vind je alle informatie over de installatie en levering van warmtepompboilers.

VDZ Projecten adviseert dit inmiddels al 10 jaar
10 jaar gelden onze eerste woning bijna energie neutraal opgeleverd wij vieren dit met ons bedrijf

  • Hoe werkt een warmtepompboiler?
  • Welke modellen warmtepompboilers zijn er?
  • Waar pas je een warmtepompboiler toe?
  • Hoe installeer je een warmtepompboiler?
  • Welke besparingen en beschikbare subsidies zijn er?
  • Wat zijn de voordelen van een warmtepompboiler?
  • Ervaring uit de praktijk
Meer lezen

Vanaf 1 januari 2022 meer subsidie voor isolatie en warmtepomp

Per 1 januari gelden nieuwe subsidieregels als je je woning wilt verduurzamen. Vanaf dan krijg je, als je twee verduurzamingsmaatregelen neemt, niet 20% van de kosten vergoed, maar 30%. Onder verduurzamingsmaatregelen worden isolatie gerekend (vloer-, dak-, spouwmuurisolatie of HR++glas) en ook de aanschaf van een warmtepomp of een hybride warmtepomp.

In 2050 willen we onze woningen niet meer verwarmen met aardgas. De Rijksoverheid helpt woningeigenaren om de komende jaren minder energie te verbruiken en hun woning zo te verduurzamen dat ze straks zonder aardgas verwarmd kunnen worden. De subsidie is een onderdeel van de investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) en geldt voor eigenaren die zelf in hun huis wonen. De subsidie kan worden aangevraagd bij minimaal twee isolatiemaatregelen, of bij combinatie van één isolatiemaatregel met een (hybride) warmtepomp. Verenigingen van Eigenaren kunnen voor isolatiemaatregelen terecht bij de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH).

Hoe goed moet je isoleren? Vdz Projecten doet dit conform streefwaarden bijna energie neutraal
Met een goed geïsoleerd huis verbruik je minder energie, waardoor je energierekening omlaag gaat. Het is ook comfortabeler: met vloerisolatie voelt de grond niet koud aan en met dakisolatie is de zolder ook behaaglijk warm.

De overheid heeft richtlijnen opgesteld tot welke grens je je huis moet isoleren: de standaard en streefwaarden. Deze standaard geeft aan wanneer de woning goed genoeg is geïsoleerd om aardgasvrij te kunnen worden. De streefwaarden geven voor afzonderlijke bouwdelen, zoals dak, vloer, of ramen, aan met welke isolatie je sowieso goed zit.

Warmtepomp Vdz Projecten levert en plaats deze maar alleen nadat de woning goed geïsoleerd is
De standaard maakt onderscheid tussen huizen vóór en na 1945. Dit omdat er in woningen van vóór 1945 vaak geen spouwmuurisolatie mogelijk is. Als je huis geïsoleerd is volgens de standaard, dan kun je de cv-installatie (die op aardgas werkt) vervangen door een warmtepomp of hybride warmtepomp. Een warmtepomp draait op elektriciteit en haalt zijn warmte uit de lucht. Een hybride warmtepomp, in sommige gevallen verstandig voor huizen van vóór 1945, verwarmt ook met elektriciteit, maar heeft de mogelijkheid om bij erg koud weer over te gaan op verwarming met aardgas, waarmee hogere temperaturen mogelijk zijn dan met verwarming via elektriciteit.

De verhoging van de subsidieregeling geldt in ieder geval tot en met 2024.

Meer lezen

Milieuprestatie voor gebouwen wordt 1 juli 2021 aangescherpt

Met ingang 1 juli 2021 treedt een wijziging van het Bouwbesluit 2012 in werking: de aanscherping van de Milieuprestatie voor gebouwen (MPG). Hierdoor moeten bouwers meer circulair en milieuvriendelijker gaan bouwen. De wettelijke eisen zullen stapsgewijs worden aangescherpt en het streven is de norm uiterlijk in 2030 te halveren (van 1,0 naar 0,5 te brengen). Onderzocht wordt ook hoe de wettelijke eisen verbreed kunnen worden van nieuwbouw naar renovaties en naar andere gebruiksfuncties dan alleen wonen.

Aanscherping milieuprestatie voor gebouwen

Per 1 juli 2021 wordt de milieuprestatie voor nieuwe woningen aangescherpt van 1,0 naar 0,8. Dit betekent dat er milieuvriendelijker en meer circulair moet worden gebouwd. Het doel is om de eis stapsgewijs scherper te stellen en uiterlijk in 2030 te halveren. In 2050 willen we namelijk een klimaatneutrale en circulaire gebouwde omgeving realiseren. De eis wordt niet alleen aangescherpt: op dit moment wordt ook de mogelijkheid onderzocht om de milieuprestatie-eis uit te breiden naar andere gebruiksfuncties en naar renovatie. Daarnaast heeft Minister Ollongren aangekondigd te bepalen hoe de waardering van de milieueffecten van de opslag van CO2 in biobased materialen, waaronder hout, kan worden opgenomen in de nationale systematiek.

Stimuleren

Behalve via normering wordt milieuvriendelijk en circulair bouwen ook gestimuleerd via fiscale instrumenten zoals de Milieu InvesteringsAftrek (MIA), een fiscale stimulans voor bouwen met een lage milieu-impact. Daarnaast wordt in de Regeling Groen Projecten, een stimuleringsprogramma voor beleggen of sparen in duurzame en innovatieve (bouw)projecten, bouwen met een lage milieu-impact ook opgenomen. Ook ondersteunt de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) projecten voor de vervanging van fossiele grondstoffen door biobased grondstoffen.

Samenwerken

Om bedrijven te helpen bij het kunnen voldoen aan de wettelijke eisen werkt het ministerie van BZK samen met andere partijen, zoals universiteiten en hogescholen, bouwbedrijven en andere overheden aan de Strategische verkenning biobased bouwen en de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen. Daarnaast werken partijen samen in de buyer groups duurzaamheid aan een gedeelde marktvisie en -strategie en uiteindelijk een concrete aanbesteding. Binnen het project Samen versnellen wordt met elf organisaties (rijksoverheid, gemeenten en bouwers) gewerkt aan het ontwikkelen van het nieuwe, circulaire, normaal. Het laat zien wat er al goed is te realiseren op het gebied van circulair bouwen en per project kunnen partijen streven naar een hogere ambitie. Het niveau van ‘Het nieuwe normaal’ wordt de komende jaren bepaald op basis van de praktijk, namelijk de 100+ projecten bij de deelnemende partijen.

Meer lezen

Wij doen dit al

Na-isoleren om de warmtevraag van woningen te beperken: hoe ver ga je daarin? Demissionair minister Ollongren heeft hiervoor een Standaard opgesteld en naar de Tweede Kamer gestuurd. Ook zijn er streefwaarden bepaald,VDZ Projecten doet dit al in bestaand, bedoeld als referentie voor wat als goede en toekomstvaste woningisolatie kan worden beschouwd.

Standaard

Met de Standaard wordt bedoeld het niveau van isolatie dat een woning in 2050 zou moeten hebben. Dat niveau is zo bepaald dat woningen gebouwd ná 1945 met lage temperatuurverwarming (een aanvoertemperatuur van 50 graden voor ruimteverwarming) uit de voeten kunnen. Uitgangspunt is dat er binnen de bestaande constructie wordt geïsoleerd. VDZ projecten heeft een vooruit ziende blik en onze klanten kunnen rekenen op een goed resultaat

Bij woningen van 1945 en ouder kan dat vaak niet vanwege het ontbreken van een spouw. Onzin VDZ projecten weet wel beter, Daarom is de Standaard voor die categorie minder strikt. Maar er geldt dan ook dat die categorie woningen zonder extra maatregelen níet op lage temperatuur kan worden verwarmd. Een tweede knip betreft eengezinswoningen en meergezinswoningen. Ook speelt de compactheid van de woning mee bij de Standaard, die wordt uitgedrukt in kWh/m2.

Streefwaarden

Naast een Standaard voor warmtevraag van de gehele woning zijn er ook streefwaarden ontwikkeld voor afzonderlijke bouwdelen zoals vloer, ramen, buitenmuren en dak. Ook is er een streefwaarde voor kierdichting en ventilatie. Deze streefwaarden zijn bedoeld om een toekomstvaste referentie te geven voor deze afzonderlijke bouwdelen. Isoleren van een bouwdeel naar deze streefwaarde zorgt ervoor deze in de toekomst niet nog eens hoeft te worden aangepakt. De streefwaarden helpen ook om keuzes te maken als een woning in etappes wordt verduurzaamd. Wij zitten nu al aan Dak RC 8 Vloer RC 5,5 Gevels RC 6,0

Ramen en deuren is een advies triple maar dubbel HR ++ of vacuüm kan ook
Ventilatie natuurlijk of gestuurd maar we adviseren gestuurd
Kierdichting op Zwitserse precisie alle tapen bij ons binnen kort ook verkrijgbaar voor de zelfbouwer

Bij het halen van deze waarden wordt de Standaard ruimschoots bereikt, zo valt te lezen in de memo ‘Standaard en Streefwaarden uitkomst traject begeleidingscommissie’. “Anders gezegd: bij aanpak van een bouwdeel tot de Streefwaarde, kan meestal de aanpak van een of meer andere delen achterwege blijven. Een stapsgewijze aanpak vergt meer aandacht voor vocht en schimmelproblematiek.”

Daarnaast worden ook nog waardes genoemd die zouden moeten gelden als minimaal te halen niveaus, waarbij dan wél álle maatregelen moeten worden genomen om tot de Standaard te komen. Dat zijn deze:

Verplichting aan volgend kabinet

Een volgend kabinet mag beslissen of het verplicht wordt voor verhuurders om in 2050 aan de Standaard te voldoen. Een eventuele verplichting voor eigenaar-bewoners lijkt Ollongren op zijn vroegst aan de orde in 2025 bij de evaluatie. “Dat is ook zo afgesproken in het Klimaatakkoord. De Standaard is dan als het goed is geen nieuw fenomeen meer, maar vervult een informele maar belangrijke rol bij taxaties, koop en verkoop, en afwegingen omtrent uit te voeren
onderhoud. Ook is er dan meer duidelijkheid over de eventuele nadere Europese voorstellen voor regulering van de energieprestatie en energiebesparing in de bestaande gebouwde omgeving”, schrijft zij als besluit van de kamerbrief.

Hoppa daar gaan we weer veel te laat het afgelopen jaar hebben velen geïnvesteerd door aannemers de woning te verbeteren zonder eisen aan deze dat wij de focus hierop hebben liggen is onze duurzame keuze om het beter te willen doen

Draagvlak komt er vanzelf als de energie nota onbetaalbaar wordt

Maar wat doen we aan energie armoede mensen die het niet kunnen betalen hoe doen we dat?
Een begeleidingscommissie met een brede vertegenwoordiging van partijen is betrokken geweest bij de onderzoeken en afwegingen om tot een Standaard voor goede en toekomstvaste woningisolatie te komen. Het voorstel kan rekenen op draagvlak bij Bouwend Nederland, NVDE, Techniek Nederland, Woonbond en VNG. Aedes en Vastgoed Belang zouden graag een minder ambitieuze Standaard zien. Stroomversnelling ziet graag een meer ambitieuze Standaard. Vereniging Eigen Huis onthoudt zich van een oordeel.

Meer lezen

Goed isoleren van uw woning

Er is niets zo vervelend als tocht. Veel warmte gaat vaak verloren via de muur. En dat is zonde. Maar nóg meer gaat verloren via je dak. Omdat warmte zich altijd een weg naar boven baant. De warmte die vanuit de verwarmde ruimtes opstijgt naar boven gaat vervolgens via die slecht geïsoleerde en tochtdoorlatende zoldervloer naar de zolder om daar weer voor een groot deel te verdwijnen naar buiten. Zonde van de energie en van het geld dat die heeft gekost! Het is dus slim om – wanneer je van plan bent te investeren in isolatie – te beginnen met je dak.

Energiebesparende woning behoeft goede isolatie

Warmte stijgt op dus door je dak te isoleren kun je jaarlijks veel energie besparen. Als je je huis gaat verduurzamen is het verstandig om altijd van boven naar beneden te kijken, dus begin bij je dak! Tot 30% van de warmte gaat door het dak verloren. Bijkomend voordeel is dat door dakisolatie de zolder beter bewoonbaar wordt. Dakisolatie is een prima investering en is te vergelijken met 8% rente op je spaarrekening. Momenteel is de rente op je spaarrekening bijna 0 dus geen verkeerde keuze.

Kies je isolatiemateriaal

Kies een isolatiemateriaal dat bij jouw dak past. Kijk altijd goed naar de isolatiewaarde. Is ruimte geen probleem? Dan kun je voor dikker materiaal kiezen. Heb je weinig ruimte? Kies dan voor een dunner materiaal met goede isolatiewaarde. Een eenvoudige en efficiënte manier om u zolder van binnenuit te isoleren is bijvoorbeeld met PG Roofing thermische isolerende voorzetpanelen. Deze relatief dunne voorzetelementen zijn kant-en-klaar en gelijk en eenvoudig te bevestigen tegen het dakbeschot. Afwerken kan met bijvoorbeeld stuc- of sauswerk.
Isolatie met de PG Roofing creëert een ruimte zonder vochtproblemen, koudebruggen en/of warmtelekken en zorgt voor meer thermisch comfort.

Vele voordelen van isoleren

Naast het feit dat (beter) isoleren de bovenstaande ongemakken kan oplossen of voorkomen, brengt het ook vele voordelen met zich mee. Een huis dat goed geïsoleerd is levert bij verkoop bijvoorbeeld veel meer op dan een slecht geïsoleerd huis. Investeer je in isolatie, dan investeer je dus niet alleen in thermisch comfort maar ook in de waarde van je eigen woning. Een ander bijkomend voordeel is dat je minder hoeft te stoken wat weer resulteert in een lagere energierekening. Daarmee doe je – naast je portemonnee – ook het milieu een groot plezier, aangezien er sprake is van minder uitstoot van CO2. Daarmee verklein je je ecologische voetafdruk weer een beetje waar toekomstige generaties je mogelijk dankbaar voor zullen zijn.

Kan ik ook in 2021 nog subsidie krijgen?

Jazeker, de subsidiekas is nog niet leeg. Naast de subsidie ISDE vallen de werkzaamheden voor isolatie (arbeidskosten) ook dit jaar onder het lage BTW tarief van 9%. Het verlaagde BTW tarief hoef je niet als subsidie aan te vragen maar wordt verrekend met de aannemer.

Ga naar www.rvo.nl voor alle details.

Meer lezen
27jan

Gebruik van hout aanmerkelijk gunstiger voor het klimaat

Het gebruik van hout in de bouw pakt aanmerkelijk gunstiger uit voor het klimaat dan op basis van de huidige MPG-systematiek wordt aangenomen. Dit blijkt uit een verkennend onderzoek van TNO naar het effect van vastlegging van koolstof in hout op de milieubelasting van een houten casco.

Dit zogenaamde biogene CO2 telt nu nog niet mee in de bepalingsmethode die gebruikt wordt in de wettelijk verplichte duurzaamheidstoets, de Milieu Prestatie Gebouwen (MPG). Uit de berekeningen blijkt dat als biogeen CO2 wél wordt meegerekend de netto bijdrage aan klimaatverandering gerelateerd aan de productie van de houten woningcasco’s de helft lager is.

In het onderzoek wordt een model gebruikt waarin het biogene koolstof wordt meegenomen in de duurzaamheidsprestatie. Daaruit volgt dat als de koolstofopslag in hout in een levenscyclusanalyse (LCA) over een periode van 100 jaar wel wordt meergerekend, er netto 50% minder wordt bijgedragen aan klimaatverandering (in kg CO2 emissie equivalenten), dan in het scenario zonder CO2-opname.

HSB en CLT-casco

In het onderzoek is de klimaatimpact voor twee woningcasco’s berekend, in houtskeletbouw (HSB) en in kruislaaghout (CLT). Als de vastlegging van koolstof in hout meetelt, wordt de totale netto CO2 emissie gerelateerd aan de productie van de houten woningcasco’s veel lager. Bij HSB is sprake van een halvering, in het geval van CLT is de netto uitstoot van CO2 over honderd jaar zelfs negatief.

Meer lezen
29dec

Isolatie subsidiemogelijkheden

Isolatiesubsidie mogelijkheden

De Rijksoverheid stimuleert woningeigenaren en VvE’s om energiebesparende maatregelen te treffen middels de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH).
De subsidie voor eigenaar én bewoner is open van 2 september 2019 tot en met 31 december 2020. De subsidie voor Verenigingen van Eigenaren loopt tot en met 31 december 2022.
De producten en diensten van Warmteplan B.V. vallen onder deze energiebesparende maatregelen, bijvoorbeeld met onze dak-, wand-, gevel-, of vloerisolatie.
Wilt u in aanmerking komen voor de SEEH voor eigenaar én bewoner? Dan gelden de volgende criteria en voorwaarden:

Voorwaarden SEEH op een rijtje voor eigenaren en bewoners

– U laat minstens 2 energiebesparende isolatiemaatregelen uitvoeren.
– U bent in het bezit van een geldig burgerservicenummer (BSN).
– De woning is uw eigendom én hoofdverblijf, of wordt uw hoofdverblijf na renovatie.
– Voor de betreffende woning is nog niet eerder een SEEH-subsidie verstrekt.
– U vraagt de subsidie aan nadat de maatregelen uitgevoerd en betaald zijn.
– De maatregelen zijn uitgevoerd vanaf de openstelling van de regeling op 15 augustus 2019. Voor maatregelen die al eerder zijn uitgevoerd, kunt u geen subsidie krijgen.
– U laat de maatregelen uitvoeren binnen de bestaande thermische schil. Dit betekent dat u voor aan- of nieuwbouw aan uw woning geen subsidie krijgt. U moet hiervoor voldoen aan het Bouwbesluit 2012.
– U laat alle maatregelen uitvoeren door één of meer deskundige bedrijven met een KVK-inschrijving in de sectie bouwnijverheid (hierna: bouwbedrijf).
– Het is niet toegestaan dat de eigenaar én bewoner zelf de maatregelen uitvoert.

Bron: Rijksoverheid

Uitvoerdersformulieren

– Bij uw aanvraag voegt u één of meer uitvoerdersformulieren.
– Op de uitvoerdersformulieren geven de uitvoerende bouwbedrijven nauwkeurig aan hoeveel m2 of stuks van de energiebesparende of aanvullende maatregelen zijn uitgevoerd.
– Ook geven de bouwbedrijven aan dat de maatregelen voldoen aan de (kwaliteits)eisen en voorwaarden voor de subsidie, zoals de Rd- of U-waarde van het isolatiemateriaal. Deze kunnen zij opvragen bij leveranciers.
– Bij de uitvoeringsformulieren voegt u foto’s waarop duidelijk te zien is dat de maatregelen zijn uitgevoerd. – De bouwbedrijven zijn ervoor verantwoordelijk dat ze deze foto’s vóór het indienen van de aanvraag bij u aanleveren.
– Zijn de maatregelen aan de woningen door meerdere bouwbedrijven uitgevoerd? Dan laat u elk bouwbedrijf het uitvoerdersformulier invullen voor de maatregel(en) die dat bedrijf heeft uitgevoerd.
– U bent er als aanvrager voor verantwoordelijk dat alle uitvoerende bouwbedrijven de uitvoerdersformulieren naar waarheid, volledig en leesbaar invullen en ondertekenen.
– Sla de formulieren eerst op uw harde schijf op en voeg ze daarna bij de aanvraag.

Overige financieringsmogelijkheden

U kunt ook kijken bij de Subsidiewijzer om te zien of er binnen uw gemeente of regio aanvullende maatregelen zijn wat betreft energiebesparende maatregelen.

Meer lezen

Beton of bio-based bouwen?

Niet tegen beton

“Onbegrijpelijk”, vindt onder meer Norbert Schotte, innovatiemanager bij VORM. Hij wist vorige week niet wat hij las en ondernam direct actie. Schotte trommelde in amper zes dagen tijd 13 bouwers en architectenbureaus (zie kader) bij elkaar die zijn verontwaardiging delen.

Ze zijn niet tegen beton, maar signaleren dat de rekenmethodieken die worden gebruikt voor het berekenen van de milieubelasting van bouwmaterialen niet doen waarvoor ze zijn bedoeld, namelijk het beperken van de CO2-emissie tijdens de productie van bouwmaterialen. “Wij doen een oproep aan politiek en beleidsmakers om, voorbij de belangen van de bouwindustrie, te zorgen voor rekenmethodieken die het gebruik van zeer emissievriendelijke materialen sterk bevorderen”, schrijven zij in het manifest.

De forse impact van een woning

Volgens de ondertekenaars wordt de kans dat Nederland de Parijs-doelstelling haalt van 1,5 graad temperatuurstijging met de dag kleiner. Ze vinden het van belang dat klimaatverandering wordt tegengegaan. Juist ook, omdat er de komende tien jaar in Nederland nog 1 miljoen nieuwe woningen moeten worden bijgebouwd.

“Het bouwen van woningen heeft een forse impact op de directe uitstoot van CO2 (ca. 10 procent van de jaarlijkse uitstoot). Als we de CO2 uitstoot van onze sector fors willen reduceren, zullen we alternatieven moeten inzetten voor materialen die geproduceerd worden met fossiele brandstoffen. Dat gaat verder dan het gebruik van circulaire materialen omdat in de gehanteerde rekenmethodieken de productie-uitstoot nauwelijks wordt meegerekend.”

Ze vinden het vreemd dat biobased materialen nauwelijks beter uit de verf komen in de rekensommetjes dan traditionele, waarbij juist veel CO2 vrijkomt tijdens de productie ervan. “Biobased materialen slaan CO2 op. Daarnaast is er geen sprake van uitstoot door productie van een fossiel alternatief. Dubbele winst dus. Maar ook het gebruik van reststromen uit land- en tuinbouw biedt kansen.”

De duurzame bouwrebellen signaleren dat steeds meer institutionele beleggers en projectontwikkelaars, architecten en bouwers bezig gaan met duurzaam bouwen. De echte doorbraak komt echter pas los als de regels deugen. “Om als sector écht te kunnen verduurzamen, zal er eerlijk gekeken moeten worden naar de milieu-impact van materialen.”

Fossiele materialen juist ten onrechte beloond

Waar biobased materialen onvoldoende worden beloond in de cruciale rekensommetjes voor duurzaam bouwen, worden producten zoals beton en staal juist overgewaardeerd, aldus de opstellers. Dat komt omdat de CO2-uitstoot tijdens de productie ervan nauwelijks meetelt. Dat heeft volgens de ondertekenaars van het manifest te maken met “vage herbestemmingen” van deze producten aan het einde van hun levensduur.

“Die dubbele benadeling van biomaterialen is niet uit te leggen aan navolgende generaties. Het klopt feitelijk ook niet. Een product als CLT (Cross Laminated Timber) met droge verbindingen zal in de praktijk worden hergebruikt na zijn eerste functie. Daarna krijgt het wellicht zelfs nog een derde leven als plaat- of isolatiemateriaal.”

Biobased materialen hebben nog meer voordelen, benadrukken de opstandelingen. Ze wijzen op de prefabmogelijkheden en het daarbij horende dalende aantal transportbewegingen. Dat is weer gunstig voor de stikstofemissie. “Ook dragen houtconstructies bij aan een gezonder binnenklimaat door hun vocht- en warmteregulerende eigenschappen. Een ander belangrijk aspect is dat het telen van bouwgewassen kan bijdragen aan nieuwe verdienmodellen voor de Landbouw. Een sector die ons zeer na aan het hart ligt en echt kan helpen het verschil te maken bij de omschakeling naar emissievrije bouwplaatsen.”

Biobased waar het kan, beton waar het moet

De biobased-supporters roepen overheden en opdrachtgevers op om zoveel mogelijk biomaterialen te gebruiken waar dat mogelijk is. “Als collectief uit de bouwsector willen wij bijdragen aan een duurzamere wereld en ons niet laten vertragen door traditionele rekenmethodieken. Wij vragen als marktpartijen dat politiek en beleidsmakers CO2-opslag meenemen in de huidige instrumenten die gebruikt worden voor de MPG-berekening, zodat er een eerlijk speelveld ontstaat voor biobased materialen waardoor we een verduurzamingsslag kunnen maken.”

Het manifest van bouwers en architecten kan worden gezien als historisch. Normaal gesproken laten ondernemers zich in het politieke debat vertegenwoordigen door brancheorganisaties zoals Bouwend Nederland en de BNA. In gesprek met Cobouw licht initiatiefnemer Schotte van VORM toe waarom nu anders is besloten. “Ik heb nog nooit een revolutie gezien die vanuit een brancheorganisatie is ontstaan”, verklaart Schotte. “Het vreemde is verder dat die CO2-opslag in andere landen in de EU wel meetelt. Wat dat betreft zijn wij het sukkeltje van de klas.”

Meer lezen

De invloed van temperatuur op lijmen en voegmiddelen

Temperatuur en luchtvochtigheid hebben grote invloed op het verhardingsproces van lijmen en voegmortels. Nu de koude periode er weer aan komt, is het extra belangrijk om daar op te letten. Bij producten op cementbasis zijn onder de 5 °C aanvullende maatregelen nodig om schade te voorkomen.

Voor lijm- en voegproducten op cementbasis ligt de ideale temperatuur voor verwerking op 15 tot 20 °C. Bij temperaturen tussen 5 en 15 °C zijn de producten nog goed te verwerken, maar reageren ze wel anders. Nu de temperaturen dalen, adviseert Omnicol verwerkers van poeder- en pastalijmen, egalines, voegmortels en gevelsteenlijmen dan ook hun verwerkingsmethodiek daar op aan te passen. Onder de 5 °C stopt het verhardingsproces zelfs en kun je de producten alleen nog binnen verwerken. Moet je toch per se buiten aan de slag, conditioneer de werkplek dan goed met bijvoorbeeld een overkappingen met verwarming. Pastaproducten zijn iets minder gevoelig, maar ook daar stopt het proces bij 0 °C.

Meer dan buitentemperatuur

Voor de verharding is niet alleen de buitentemperatuur van invloed, maar ook de temperatuur van de ondergrond en van de te verwerken materialen. Materialen moeten dan ook vorstvrij worden opgeslagen. Ook het water dat je gebruikt bij de bereiding, is van invloed. Op een bouwplaats kan dat water soms ijskoud zijn, wat niet goed is voor de lijm of de mortel. Soms kan ook de verleiding ontstaan om bij koud weer juist warm water te gebruiken. Maar dat beïnvloedt de processen in het product en verkort de tijd waarin het verwerkbaar is, waarschuwt Omnicol.

Langere open tijd

Bij koud weer kan de open tijd wat langer zijn, maar laat je niet verleiden om te grote vlakken alvast van lijm te voorzien. Houd hier per situatie rekening mee en pas daartoe het werk- dan wel lijmoppervlak aan. Vermijd bij alle producten tijdens de verwerking en afbinding vocht, tocht en directe blootstelling aan vorst.
Zorg er ook voor dat voor aanvang zowel ondergrond als het te verlijmen materiaal niet bevroren is of een temperatuur beneden de 0 graden heeft.

Langere tijd verwarmen

Door de lage temperaturen neemt de verhardingstijd toe. Daarbij is het belangrijk dat in die verhardingstijd de temperatuur van het uitgevoerde werk hoog genoeg is en constant blijft. Het volstaat dus niet om alleen te verwarmen tijdens het lijmen of voegen. Te vaak gebeurt het dat aan het eind van de werkdag de verwarming uitgaat en het net uitgevoerde lijm- en voegwerk bloot staat aan de nachtelijke kou. Dat verstoort het verhardingsproces zodat de aanhechting minder wordt. Vloeren zijn hierdoor de volgende ochtend ook niet beloopbaar. De condensvorming die hierdoor optreedt, kan onder andere zorgen voor verkleuring van het voegwerk.

De eerste verharding is het belangrijkste. Die beslaat de eerste 24 uur. De maximale sterkte van cementproducten is echter pas na 28 dagen bereikt. Het werk zou dan ook in ieder geval de eerste week moeten worden afgeschermd tegen te lage temperaturen en invloeden als regen en wind.

Niet forceren

Gebruik van warmtekanonnen of andere warme luchtstromen om droging van bijvoorbeeld voegwerk te versnellen, raden we dringend af. Zorg daarentegen wel altijd voor een goede ventilatie en eventueel voor een luchtontvochtiger.
Let op: de langere uithardingstijd geldt ook voor bijvoorbeeld egalisatiemortels en impregneringen van de ondergrond. Breng die dus tijdig aan en probeer niet de uitharding hiervan te forceren.

De gouden regel bij dit alles blijft: Volg de verwerkingsvoorschriften op de verpakking van het product en de beschikbare technische fiches om zo problemen voor de toekomst te voorkomen.
Met de juiste voorbereiding kun je dus gerust doorwerken, ook tijdens de voor ons liggende koudere periode. Doe wel een dikke jas aan! En bij twijfel of voor adviezen over doorwerken in de winter kun je natuurlijk altijd terecht bij VDZPROJECTEN VOOR ADVIES

Meer lezen
  • 1
  • 2

    Heeft u nog vragen?