In 2019 wonnen we met dit project een duurzaamheid Award een oude woning uit 1968 naar bijna energie neutraal nu in 2022 de energie prijzen de pan uitreizen is VDZ Projecten met recht een visionair te noemen al 10 jaar doen wij aan serieus verduurzamen naar bijna energie neutraal vanuit de basis
Eerst het gebouw verbeteren dan de rest zoals de warmte[pomp en zonnepanelen
Isoleren is de belangrijkste manier om een huis te verduurzamen en de stookkosten te verlagen. Alleen is het reguliere materiaal waarmee veel geïsoleerd wordt vaak niet goed voor het klimaat en voor jezelf, zoals steenwol, glaswol en PUR. Maar gelukkig zijn er ondertussen beproefde biologische (biobased) alternatieven zoals hennep, houtvezel of schapenwol isolatie waarmee je écht duurzaam en gezond isoleert in nieuwbouw en bestaande bouw.
Glas- en steenwol hebben een ‘gemiddelde’ milieuscore. Het zijn minerale producten gemaakt van vulkanisch gesteente of glasscherven die recyclebaar zijn. Maar het productieproces is CO2-intensief en heeft een grote milieu-impact. PIR en PUR zijn kunststoffen op basis van aardolie waarvan onlangs ook is aangetoond dat ze een slechte invloed hebben op jouw gezondheid. Daarnaast zijn het dampdichte materialen die de vochthuishouding zeer slecht kunnen regelen waardoor je last kunt krijgen van schimmel en houtrot.
De biologische isolatiematerialen bevatten geen giftige stoffen en hebben dus geen negatieve invloed op jouw gezondheid. Het gaat hierbij om ecologische isolatiematerialen zoals hennep, houtvezel of schapenwol. Deze biobased materialen isoleren goed in de winter, maar geven, in tegenstelling tot de reguliere isolatiematerialen, ook zeer goede bescherming tegen de hitte in de zomer. Veel natuurlijke isolatiematerialen slaan CO2 op en hebben dus ook nog eens negatieve emissies uitstoot.
Bovendien zijn ze niet alleen ‘dampopen’ maar ook vochtregulerend, dit draagt bij aan een ademend huis. Hierdoor ontstaat er een gezond binnenklimaat en heb je geen last van vochtproblemen. Kortom wanneer je kiest voor ecologische materialen creëer je pas echt een gezonde leefomgeving. Nog een voordeel, natuurlijke materialen zijn prettiger in het gebruik dan snel irriterende glas- en steenwol.
Kortom wanneer je kiest voor ecologische materialen isoleer je pas écht duurzaam en gezond!
Een warmtepompboiler verwarmt water met binnen- en of buitenlucht, zonder dat hier aardgas voor wordt gebruikt. Op deze manier worden woningen, al dan niet in combinatie met een warmtepomp of hybride, op een duurzame manier verwarmd en van warm water voorzien. Daarnaast wordt het elektriciteitsverbruik tot een minimum beperkt, aangezien de buiten- en binnenlucht wordt gebruikt voor het verwarmen van het tapwater.
De warmtepompboiler bestaat uit een monobloc warmtepomp in combinatie met een boiler voor tapwater. Het heeft een voorraadvat met een capaciteit van – meestal – 100 tot 250 liter. Deze hoeveelheid warm water is voldoende voor gezinnen tot 5 personen.
In onderstaande vragen en antwoorden vind je alle informatie over de installatie en levering van warmtepompboilers.
VDZ Projecten adviseert dit inmiddels al 10 jaar
10 jaar gelden onze eerste woning bijna energie neutraal opgeleverd wij vieren dit met ons bedrijf
- Hoe werkt een warmtepompboiler?
- Welke modellen warmtepompboilers zijn er?
- Waar pas je een warmtepompboiler toe?
- Hoe installeer je een warmtepompboiler?
- Welke besparingen en beschikbare subsidies zijn er?
- Wat zijn de voordelen van een warmtepompboiler?
- Ervaring uit de praktijk
Er is niets zo vervelend als tocht. Veel warmte gaat vaak verloren via de muur. En dat is zonde. Maar nóg meer gaat verloren via je dak. Omdat warmte zich altijd een weg naar boven baant. De warmte die vanuit de verwarmde ruimtes opstijgt naar boven gaat vervolgens via die slecht geïsoleerde en tochtdoorlatende zoldervloer naar de zolder om daar weer voor een groot deel te verdwijnen naar buiten. Zonde van de energie en van het geld dat die heeft gekost! Het is dus slim om – wanneer je van plan bent te investeren in isolatie – te beginnen met je dak.
Energiebesparende woning behoeft goede isolatie
Warmte stijgt op dus door je dak te isoleren kun je jaarlijks veel energie besparen. Als je je huis gaat verduurzamen is het verstandig om altijd van boven naar beneden te kijken, dus begin bij je dak! Tot 30% van de warmte gaat door het dak verloren. Bijkomend voordeel is dat door dakisolatie de zolder beter bewoonbaar wordt. Dakisolatie is een prima investering en is te vergelijken met 8% rente op je spaarrekening. Momenteel is de rente op je spaarrekening bijna 0 dus geen verkeerde keuze.
Kies je isolatiemateriaal
Kies een isolatiemateriaal dat bij jouw dak past. Kijk altijd goed naar de isolatiewaarde. Is ruimte geen probleem? Dan kun je voor dikker materiaal kiezen. Heb je weinig ruimte? Kies dan voor een dunner materiaal met goede isolatiewaarde. Een eenvoudige en efficiënte manier om u zolder van binnenuit te isoleren is bijvoorbeeld met PG Roofing thermische isolerende voorzetpanelen. Deze relatief dunne voorzetelementen zijn kant-en-klaar en gelijk en eenvoudig te bevestigen tegen het dakbeschot. Afwerken kan met bijvoorbeeld stuc- of sauswerk.
Isolatie met de PG Roofing creëert een ruimte zonder vochtproblemen, koudebruggen en/of warmtelekken en zorgt voor meer thermisch comfort.
Vele voordelen van isoleren
Naast het feit dat (beter) isoleren de bovenstaande ongemakken kan oplossen of voorkomen, brengt het ook vele voordelen met zich mee. Een huis dat goed geïsoleerd is levert bij verkoop bijvoorbeeld veel meer op dan een slecht geïsoleerd huis. Investeer je in isolatie, dan investeer je dus niet alleen in thermisch comfort maar ook in de waarde van je eigen woning. Een ander bijkomend voordeel is dat je minder hoeft te stoken wat weer resulteert in een lagere energierekening. Daarmee doe je – naast je portemonnee – ook het milieu een groot plezier, aangezien er sprake is van minder uitstoot van CO2. Daarmee verklein je je ecologische voetafdruk weer een beetje waar toekomstige generaties je mogelijk dankbaar voor zullen zijn.
Kan ik ook in 2021 nog subsidie krijgen?
Jazeker, de subsidiekas is nog niet leeg. Naast de subsidie ISDE vallen de werkzaamheden voor isolatie (arbeidskosten) ook dit jaar onder het lage BTW tarief van 9%. Het verlaagde BTW tarief hoef je niet als subsidie aan te vragen maar wordt verrekend met de aannemer.
Ga naar www.rvo.nl voor alle details.
Het gebruik van hout in de bouw pakt aanmerkelijk gunstiger uit voor het klimaat dan op basis van de huidige MPG-systematiek wordt aangenomen. Dit blijkt uit een verkennend onderzoek van TNO naar het effect van vastlegging van koolstof in hout op de milieubelasting van een houten casco.
Dit zogenaamde biogene CO2 telt nu nog niet mee in de bepalingsmethode die gebruikt wordt in de wettelijk verplichte duurzaamheidstoets, de Milieu Prestatie Gebouwen (MPG). Uit de berekeningen blijkt dat als biogeen CO2 wél wordt meegerekend de netto bijdrage aan klimaatverandering gerelateerd aan de productie van de houten woningcasco’s de helft lager is.
In het onderzoek wordt een model gebruikt waarin het biogene koolstof wordt meegenomen in de duurzaamheidsprestatie. Daaruit volgt dat als de koolstofopslag in hout in een levenscyclusanalyse (LCA) over een periode van 100 jaar wel wordt meergerekend, er netto 50% minder wordt bijgedragen aan klimaatverandering (in kg CO2 emissie equivalenten), dan in het scenario zonder CO2-opname.
HSB en CLT-casco
In het onderzoek is de klimaatimpact voor twee woningcasco’s berekend, in houtskeletbouw (HSB) en in kruislaaghout (CLT). Als de vastlegging van koolstof in hout meetelt, wordt de totale netto CO2 emissie gerelateerd aan de productie van de houten woningcasco’s veel lager. Bij HSB is sprake van een halvering, in het geval van CLT is de netto uitstoot van CO2 over honderd jaar zelfs negatief.
Niet tegen beton
“Onbegrijpelijk”, vindt onder meer Norbert Schotte, innovatiemanager bij VORM. Hij wist vorige week niet wat hij las en ondernam direct actie. Schotte trommelde in amper zes dagen tijd 13 bouwers en architectenbureaus (zie kader) bij elkaar die zijn verontwaardiging delen.
Ze zijn niet tegen beton, maar signaleren dat de rekenmethodieken die worden gebruikt voor het berekenen van de milieubelasting van bouwmaterialen niet doen waarvoor ze zijn bedoeld, namelijk het beperken van de CO2-emissie tijdens de productie van bouwmaterialen. “Wij doen een oproep aan politiek en beleidsmakers om, voorbij de belangen van de bouwindustrie, te zorgen voor rekenmethodieken die het gebruik van zeer emissievriendelijke materialen sterk bevorderen”, schrijven zij in het manifest.
De forse impact van een woning
Volgens de ondertekenaars wordt de kans dat Nederland de Parijs-doelstelling haalt van 1,5 graad temperatuurstijging met de dag kleiner. Ze vinden het van belang dat klimaatverandering wordt tegengegaan. Juist ook, omdat er de komende tien jaar in Nederland nog 1 miljoen nieuwe woningen moeten worden bijgebouwd.
“Het bouwen van woningen heeft een forse impact op de directe uitstoot van CO2 (ca. 10 procent van de jaarlijkse uitstoot). Als we de CO2 uitstoot van onze sector fors willen reduceren, zullen we alternatieven moeten inzetten voor materialen die geproduceerd worden met fossiele brandstoffen. Dat gaat verder dan het gebruik van circulaire materialen omdat in de gehanteerde rekenmethodieken de productie-uitstoot nauwelijks wordt meegerekend.”
Ze vinden het vreemd dat biobased materialen nauwelijks beter uit de verf komen in de rekensommetjes dan traditionele, waarbij juist veel CO2 vrijkomt tijdens de productie ervan. “Biobased materialen slaan CO2 op. Daarnaast is er geen sprake van uitstoot door productie van een fossiel alternatief. Dubbele winst dus. Maar ook het gebruik van reststromen uit land- en tuinbouw biedt kansen.”
De duurzame bouwrebellen signaleren dat steeds meer institutionele beleggers en projectontwikkelaars, architecten en bouwers bezig gaan met duurzaam bouwen. De echte doorbraak komt echter pas los als de regels deugen. “Om als sector écht te kunnen verduurzamen, zal er eerlijk gekeken moeten worden naar de milieu-impact van materialen.”
Fossiele materialen juist ten onrechte beloond
Waar biobased materialen onvoldoende worden beloond in de cruciale rekensommetjes voor duurzaam bouwen, worden producten zoals beton en staal juist overgewaardeerd, aldus de opstellers. Dat komt omdat de CO2-uitstoot tijdens de productie ervan nauwelijks meetelt. Dat heeft volgens de ondertekenaars van het manifest te maken met “vage herbestemmingen” van deze producten aan het einde van hun levensduur.
“Die dubbele benadeling van biomaterialen is niet uit te leggen aan navolgende generaties. Het klopt feitelijk ook niet. Een product als CLT (Cross Laminated Timber) met droge verbindingen zal in de praktijk worden hergebruikt na zijn eerste functie. Daarna krijgt het wellicht zelfs nog een derde leven als plaat- of isolatiemateriaal.”
Biobased materialen hebben nog meer voordelen, benadrukken de opstandelingen. Ze wijzen op de prefabmogelijkheden en het daarbij horende dalende aantal transportbewegingen. Dat is weer gunstig voor de stikstofemissie. “Ook dragen houtconstructies bij aan een gezonder binnenklimaat door hun vocht- en warmteregulerende eigenschappen. Een ander belangrijk aspect is dat het telen van bouwgewassen kan bijdragen aan nieuwe verdienmodellen voor de Landbouw. Een sector die ons zeer na aan het hart ligt en echt kan helpen het verschil te maken bij de omschakeling naar emissievrije bouwplaatsen.”
Biobased waar het kan, beton waar het moet
De biobased-supporters roepen overheden en opdrachtgevers op om zoveel mogelijk biomaterialen te gebruiken waar dat mogelijk is. “Als collectief uit de bouwsector willen wij bijdragen aan een duurzamere wereld en ons niet laten vertragen door traditionele rekenmethodieken. Wij vragen als marktpartijen dat politiek en beleidsmakers CO2-opslag meenemen in de huidige instrumenten die gebruikt worden voor de MPG-berekening, zodat er een eerlijk speelveld ontstaat voor biobased materialen waardoor we een verduurzamingsslag kunnen maken.”
Het manifest van bouwers en architecten kan worden gezien als historisch. Normaal gesproken laten ondernemers zich in het politieke debat vertegenwoordigen door brancheorganisaties zoals Bouwend Nederland en de BNA. In gesprek met Cobouw licht initiatiefnemer Schotte van VORM toe waarom nu anders is besloten. “Ik heb nog nooit een revolutie gezien die vanuit een brancheorganisatie is ontstaan”, verklaart Schotte. “Het vreemde is verder dat die CO2-opslag in andere landen in de EU wel meetelt. Wat dat betreft zijn wij het sukkeltje van de klas.”
Tussen lobbyisten en wetenschappers woedt een ijzige strijd over de norm voor duurzaam bouwen. Hoewel biobased materialen, zoals hennep en hout Co2 opslaan, komt dat totaal niet tot uiting in de duurzame eindscore van een gebouw: “De beton- en staalsector maken de dienst uit
Met het oog op de klimaatdoelstellingen lijkt het toepassen van biobased bouwmaterialen niet meer dan logisch. Hout, hennep, maar ook bamboe hebben namelijk als grote voordeel dat ze geen CO2 uitstoten, maar gedurende de gebruiksduur van een gebouw CO2 opslaan. Toch telt die prettige eigenschap van plantaardige bouwmaterialen niet mee in de rekensommetjes voor duurzaam bouwen “Onbegrijpelijk”, vinden fanatieke houtbouwers en wetenschappers.
Het heeft alles te maken met de machtige beton- en staallobby die in Europese normcommissies de dienst zouden uitmaken, stellen zij. “Afgelopen jaar is de norm (NEN-EN 15804) weer aangepast. Expliciet staat daarin dat je tijdelijke CO2-opslag niet mag waarderen in de berekening voor een duurzaam gebouw over de hele levensduur”, verklaart Mantijn van Leeuwen, algemeen directeur van het NIBE.
Met het oog op de klimaatdoelstellingen lijkt het toepassen van biobased bouwmaterialen niet meer dan logisch. Hout, hennep, maar ook bamboe hebben namelijk als grote voordeel dat ze geen CO2 uitstoten, maar gedurende de gebruiksduur van een gebouw CO2 opslaan. Toch telt die prettige eigenschap van plantaardige bouwmaterialen niet mee in de rekensommetjes voor duurzaam bouwen “Onbegrijpelijk”, vinden fanatieke houtbouwers en wetenschappers.
Het heeft alles te maken met de machtige beton- en staallobby die in Europese normcommissies de dienst zouden uitmaken, stellen zij. “Afgelopen jaar is de norm (NEN-EN 15804) weer aangepast. Expliciet staat daarin dat je tijdelijke CO2-opslag niet mag waarderen in de berekening voor een duurzaam gebouw over de hele levensduur”, verklaart Mantijn van Leeuwen, algemeen directeur van het NIBE.
Hout versus beton
Kort gezegd redeneert de huidige norm dat de CO2-opslag van materialen, zoals hout niet mag worden meegerekend, omdat het tijdelijk is. Omdat hout aan het einde van haar levensduur wordt verbrand, levert dit volgens tegenstanders netto geen positief resultaat op.
Een kapitale denkfout, vindt Pablo van der Lugt, schrijver van het boek Tomorrow’s Timber. Hij snapt niet dat de norm (MPG) die tijdelijke opslag van Co2 niet meetelt. “Een kuub hout slaat circa 1 ton CO2 op, tijdens productie van bijvoorbeeld CLT komt ongeveer 150 kilo CO2 vrij – dat is inclusief drogen, transport en de 1 procent lijm die wordt gebruikt – een fractie van de opgeslagen CO2.”
Van Leeuwen is het daar mee eens. Ook hij vindt het vreemd dat tijdelijke CO2-opslag geen rol van betekenis speelt in de eindscore voor een milieuvriendelijke woning. “Om Parijs te halen moet Nederland af van 160 miljoen ton CO2. Maar als we blijven bouwen zoals we nu bouwen gaat heel ons CO2-budget daaraan op. Zou je alle woningen in hout bouwen dan levert je dat juist elk jaar 1 miljoen ton besparing op. Nu doen we net alsof die opslag geen effect heeft op de klimaatverandering, terwijl het dat wel heeft.”
MPG-nul-woning
Over het feit dat houten gebouwen een medicijn kunnen zijn tegen de klimaatverandering bestaat bij de expert geen enkele twijfel. Hij maakt wel een kanttekening: “Tegenover bouwen in hout moet altijd duurzaam bosbeheer staan. Met andere woorden: we moeten het bos niet vernietigen om te kunnen bouwen.” Uit een nog niet verschenen rapport van TNO zou ook blijken dat houten huizen, kantoren en appartementen flink beter scoren dan huizen van beton als de norm wordt aangepast. “Tellen we opslag mee dan duikt een houten rijtjeshuis zelfs onder een MPG van nul.”
Om aan te geven hoe milieuvriendelijk een nieuw gebouw is, is die MPG(Milieuprestatie voor gebouwen) in Nederland leidend. Momenteel ligt de norm op een schaduwprijs van 1,0. Per 1 januari gaat die omlaag naar 0,8. “Ondanks de aanscherping is dat nog altijd een zinloze actie”, stelt NIBE-directeur Van Leeuwen. “De meeste huizen die we nu bouwen hebben al een MPG van 0,6. Koplopers in de bouw halen 0,4. Ik heb dat al duizend keer tegen het ministerie van Binnenlandse Zaken gezegd.”
Panische betonsector
De tijdelijke CO2-opslag-voordelen van biobased materialen worden vanaf 1 januari 2021 overigens wel zichtbaar gemaakt in de Nationale Milieudatabase (database van milieuprestaties bouwproducten). In de door de overheid aangewezen rekenprogramma’s zoals GPR (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn, red.) kun je die pluspunten echter niet aanvinken. Van Leeuwen vindt dat de overheid ‘dat knopje’ zo snel mogelijk moet omzetten. Waarom dat in Nederland en Europa nog niet is gebeurd? Omdat de staal- en betonsector de dienst uitmaken in de normcommissies. Er staan grote belangen op het spel. De betonsector is hier panisch voor.”
Van der Lugt benadrukt dat de nieuwe mass timber producten zoals CLT en glulam bij droge verbindingen zeer geschikt is voor hoogwaardig hergebruik en dus nog veel langer CO2 kan opslaan dan nu wordt aangenomen. Verbranden, waarom zou je? “Ze vertegenwoordigen simpelweg teveel waarde om verbrand of verspaand te worden, dus zullen zeeen nieuwe bestemming krijgen in de bouw en daarmee de CO2 nog langer vastleggen. In een derde leven kan het verspaand worden voor plaatmateriaal, en ook dan blijft de CO2 opgeslagen. Pas in het vierde leven kan het verbrand worden ten behoeve van duurzame energie en komt de CO2 weer vrij. Hiermee kom je ruim boven de 100 jaar CO2 opslag die de IPCC ziet als permanente opslag. En in de tussentijd is het bos meermalen terug gegroeid (en ook daar extra CO2 opgeslagen).”
De directeur van het NIBE Van Leeuwen erkent dat niet alle discussies rondom duurzaam bosbeheer zijn beslecht. Zo is onduidelijk wat het beste moment is om een boom te kappen. Kort gezegd neemt een jonge boom minder CO2 op dan een hogere, oudere. “Biodiversiteit en de waarde van het bos spelen ook een rol. Oerbossen hebben een andere waarde dan productiebossen. Misschien moet je wel zeggen: we komen niet aan oerbossen. Hardhout houden we buiten schot.”
Nederland wil geen rechtszaak
Harry Nieman, directeur van SBK, de beheerder van de Nationale Milieudatabase, (wordt Stichting Nationale Milieudatabase) bevestigt dat het wel meetellen van tijdelijke CO2-opslag vooral gunstig zal uitpakken voor biobased materialen. “Ik ben geen LCA-specialist, maar tijdelijke opslag is vooral gunstig voor materialen zoals hout, zo simpel is dat. ”
Toch is hij niet van plan de norm aan te passen. Nieman benadrukt dat hij als beheerder van de Nederlandse bepalingsmethode de Europese norm volgt. “Wij hebben zelf geen behoefte om het anders te doen. Voor je het weet hebben we in Nederland een rechtszaak aan onze broek.” Van Leeuwen is daar niet zo bang voor. “Volgens mij zouden we in Nederland prima het experiment kunnen starten. Daarna kunnen we altijd nog naar Europa. Waarom dit noodzakelijk is? Alles wat we aan CO2 kunnen vastleggen halen we uit de atmosfeer. Maar we hebben – zeker in Nederland – niet genoeg ruimte om tien keer zoveel bomen te planten. Maar als je hout naar de stad brengt, sla je dubbel zoveel CO2 op met dezelfde ruimte.”
Blij van hout
Of er hout genoeg is? Schrijver en wetenschapper Pablo van der Lugt durft de stelling wel aan dat de helft van alle Nederlandse woningen aan het einde van deze eeuw uit hout is opgetrokken. “Waarom we meer in hout zouden moeten willen bouwen? Los van de duurzaamheidsvoordelen tonen steeds meer studies aan dat mensen gelukkiger, gezonder en productiever zijn in een houten gebouw. Daarnaast is het door de goede bewerkbaarheid perfect te prefabriceren en aan te passen in einde levensduur voor een nieuwe toepassing, met de hernieuwbaarheid dus dubbel-circulair. Dolgraag wil ik bijdragen aan de hernieuwbare samenleving. Het feit dat de gebouwde omgeving steeds weer terug groeit. Waanzinnig.”
Het ministerie van Binnenlandse Zaken was niet in staat om te reageren op vragen van Cobouw voor de gegeven deadline.
Twee op de drie stroomleveranciers zijn niet zo duurzaam als ze zich voordoen, zeggen de Consumentenbond, Natuur & Milieu en milieuorganisatie WISE in hun jaarlijkse Stroomranking. Het lijkt alsof bedrijven groene stroom uit hernieuwbare bronnen verkopen, maar in werkelijkheid gaat het vooral om niet-duurzame stroom die is opgewekt uit fossiele brandstoffen.
De organisaties onderzochten wat voor stroom energieleveranciers inkopen en verkopen. Daar kan een verschil in zitten, omdat certificaten voor groene stroom los kunnen worden bijgekocht. Als leveranciers die dan ‘plakken’ op de niet-duurzame stroom, wordt het wel ‘groenwassen’ genoemd.
Het probleem is volgens de onderzoekers dat er hierdoor geen extra groene stroom wordt opgewekt, maar bestaande duurzame stroom wordt verplaatst. “Dat kan doordat in sommige landen mensen niet malen om die certificaten. Zo leveren ze in Noorwegen veel groene energie zonder certificaten”, zegt Joyce Donat. “Die worden dan los door energieleveranciers hier ingekocht om niet-duurzame stroom groen te maken. Het is dus vooral marketing.”
Rapportcijfer
De Stroomranking geeft een energieleveranciers een rapportcijfer voor hoe groen ze echt zijn. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar inkoop en de certificaten voor verkoop, maar ook naar de hoeveelheid investeringen die de bedrijven in duurzame energie doen.

Duurzaam renoveren
Als VDZ–Projecten uit het Noord-Brabantse Rijen staan wij voor Duurzaam Renoveren. Dat klinkt heel aardig, maar ik hoor u al denken: Iedereen schreeuwt toch over duurzaamheid? Want wat is Duurzaam Renoveren nu eigenlijk?
Duizenden woningen uit de jaren 60 en 70, of nog eerder voldoen niet aan de energienorm. En energie is duur en energie wordt ook nog steeds duurder. Daarom is het zaak te zorgen dat er géén energie verloren gaat door gaten en kieren Maar tevens dat je zo weinig mogelijk gebruik hoeft te maken van fossiele brandstoffen. Maar hoe verduurzaam je je bestaande woning zonder dat het zakken met geld kost?
Wij hebben het ’verduurzamen van woningen’ tot ons stokpaardje gemaakt. Dat komt omdat mede-eigenaar Walther Dingemans sr. al tien jaar geleden de kentering in energieverbruik zag aankomen en wij tot marktleider werden in een verduurzamingswens die nog volledig in de kinderschoenen stond en die zich nog zelf moest ontdekken.
Maar wanneer de paden nog niet zijn gebaand en jezelf nog veel kunt en moet ontdekken, kun je ook je eigen pad plaveien en dat is wat we als VDZ-Projecten hebben gedaan.
Hoe doe je dat dan?
Een van die relaties die we de afgelopen jaren mochten ondersteunen bij het realiseren van de verduurzaming van een woning uit de 60-er jaren is Marleen Geerts. “Aan de slag gaan met je huis is hartstikke leuk!” zegt Marleen die begon met het aanbrengen van de juiste isolatie: “Duurzaam wonen begint bij goed isoleren. Als warmte er niet uit gaat, hoef je het ook niet op te wekken. Isoleren is dan ook geen hype, maar een must. Wij hebben het hele huis gestript en o.a. de spouwmuur geïsoleerd en dubbel glas gezet. Omdat we zagen dat het energielabel van de woning en stuk beter moest.”’
Passie en vakkennis
“Maar duurzaamheid en energiebesparing gaan een stuk verder. Het is zonde wanneer je denkt een juiste investering te doen, terwijl een andere stap wellicht meer rendement oplevert. Belangrijk is te kiezen voor een energieadviseur of een partij die je op de juiste manier kan voorlichten. VDZ-Projecten wees ons op de mogelijkheden en ook op de subsidies die voor ons van toepassing waren. Ze boden ons een aanpak op maat. Onze tip is dan ook kies voor een partij te kiezen die je goed kan adviseren en subsidies en technieken bij elkaar brengt. Wat ook helpt, is praten met mensen die hun huis al hebben verduurzaamd. Daar leer je van.”