Tussen lobbyisten en wetenschappers woedt een ijzige strijd over de norm voor duurzaam bouwen. Hoewel biobased materialen, zoals hennep en hout Co2 opslaan, komt dat totaal niet tot uiting in de duurzame eindscore van een gebouw: “De beton- en staalsector maken de dienst uit

Met het oog op de klimaatdoelstellingen lijkt het toepassen van biobased bouwmaterialen niet meer dan logisch. Hout, hennep, maar ook bamboe hebben namelijk als grote voordeel dat ze geen CO2 uitstoten, maar gedurende de gebruiksduur van een gebouw CO2 opslaan. Toch telt die prettige eigenschap van plantaardige bouwmaterialen niet mee in de rekensommetjes voor duurzaam bouwen “Onbegrijpelijk”, vinden fanatieke houtbouwers en wetenschappers.

Het heeft alles te maken met de machtige beton- en staallobby die in Europese normcommissies de dienst zouden uitmaken, stellen zij. “Afgelopen jaar is de norm (NEN-EN 15804) weer aangepast. Expliciet staat daarin dat je tijdelijke CO2-opslag niet mag waarderen in de berekening voor een duurzaam gebouw over de hele levensduur”, verklaart Mantijn van Leeuwen, algemeen directeur van het NIBE.

Met het oog op de klimaatdoelstellingen lijkt het toepassen van biobased bouwmaterialen niet meer dan logisch. Hout, hennep, maar ook bamboe hebben namelijk als grote voordeel dat ze geen CO2 uitstoten, maar gedurende de gebruiksduur van een gebouw CO2 opslaan. Toch telt die prettige eigenschap van plantaardige bouwmaterialen niet mee in de rekensommetjes voor duurzaam bouwen “Onbegrijpelijk”, vinden fanatieke houtbouwers en wetenschappers.

Het heeft alles te maken met de machtige beton- en staallobby die in Europese normcommissies de dienst zouden uitmaken, stellen zij. “Afgelopen jaar is de norm (NEN-EN 15804) weer aangepast. Expliciet staat daarin dat je tijdelijke CO2-opslag niet mag waarderen in de berekening voor een duurzaam gebouw over de hele levensduur”, verklaart Mantijn van Leeuwen, algemeen directeur van het NIBE.

Hout versus beton

Kort gezegd redeneert de huidige norm dat de CO2-opslag van materialen, zoals hout niet mag worden meegerekend, omdat het tijdelijk is. Omdat hout aan het einde van haar levensduur wordt verbrand, levert dit volgens tegenstanders netto geen positief resultaat op.

Een kapitale denkfout, vindt Pablo van der Lugt, schrijver van het boek Tomorrow’s Timber. Hij snapt niet dat de norm (MPG) die tijdelijke opslag van Co2 niet meetelt. “Een kuub hout slaat circa 1 ton CO2 op, tijdens productie van bijvoorbeeld CLT komt ongeveer 150 kilo CO2 vrij – dat is inclusief drogen, transport en de 1 procent lijm die wordt gebruikt – een fractie van de opgeslagen CO2.”

Van Leeuwen is het daar mee eens. Ook hij vindt het vreemd dat tijdelijke CO2-opslag geen rol van betekenis speelt in de eindscore voor een milieuvriendelijke woning. “Om Parijs te halen moet Nederland af van 160 miljoen ton CO2. Maar als we blijven bouwen zoals we nu bouwen gaat heel ons CO2-budget daaraan op. Zou je alle woningen in hout bouwen dan levert je dat juist elk jaar 1 miljoen ton besparing op. Nu doen we net alsof die opslag geen effect heeft op de klimaatverandering, terwijl het dat wel heeft.”

MPG-nul-woning

Over het feit dat houten gebouwen een medicijn kunnen zijn tegen de klimaatverandering bestaat bij de expert geen enkele twijfel. Hij maakt wel een kanttekening: “Tegenover bouwen in hout moet altijd duurzaam bosbeheer staan. Met andere woorden: we moeten het bos niet vernietigen om te kunnen bouwen.” Uit een nog niet verschenen rapport van TNO zou ook blijken dat houten huizen, kantoren en appartementen flink beter scoren dan huizen van beton als de norm wordt aangepast. “Tellen we opslag mee dan duikt een houten rijtjeshuis zelfs onder een MPG van nul.”

Om aan te geven hoe milieuvriendelijk een nieuw gebouw is, is die MPG(Milieuprestatie voor gebouwen) in Nederland leidend. Momenteel ligt de norm op een schaduwprijs van 1,0. Per 1 januari gaat die omlaag naar 0,8. “Ondanks de aanscherping is dat nog altijd een zinloze actie”, stelt NIBE-directeur Van Leeuwen. “De meeste huizen die we nu bouwen hebben al een MPG van 0,6. Koplopers in de bouw halen 0,4. Ik heb dat al duizend keer tegen het ministerie van Binnenlandse Zaken gezegd.”

Panische betonsector

De tijdelijke CO2-opslag-voordelen van biobased materialen worden vanaf 1 januari 2021 overigens wel zichtbaar gemaakt in de Nationale Milieudatabase (database van milieuprestaties bouwproducten). In de door de overheid aangewezen rekenprogramma’s zoals GPR (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn, red.) kun je die pluspunten echter niet aanvinken. Van Leeuwen vindt dat de overheid ‘dat knopje’ zo snel mogelijk moet omzetten. Waarom dat in Nederland en Europa nog niet is gebeurd? Omdat de staal- en betonsector de dienst uitmaken in de normcommissies. Er staan grote belangen op het spel. De betonsector is hier panisch voor.”

Van der Lugt benadrukt dat de nieuwe mass timber producten zoals CLT en glulam bij droge verbindingen zeer geschikt is voor hoogwaardig hergebruik en dus nog veel langer CO2 kan opslaan dan nu wordt aangenomen. Verbranden, waarom zou je? “Ze vertegenwoordigen simpelweg teveel waarde om verbrand of verspaand te worden, dus zullen zeeen nieuwe bestemming krijgen in de bouw en daarmee de CO2 nog langer vastleggen. In een derde leven kan het verspaand worden voor plaatmateriaal, en ook dan blijft de CO2 opgeslagen. Pas in het vierde leven kan het verbrand worden ten behoeve van duurzame energie en komt de CO2 weer vrij. Hiermee kom je ruim boven de 100 jaar CO2 opslag die de IPCC ziet als permanente opslag. En in de tussentijd is het bos meermalen terug gegroeid (en ook daar extra CO2 opgeslagen).”

De directeur van het NIBE Van Leeuwen erkent dat niet alle discussies rondom duurzaam bosbeheer zijn beslecht. Zo is onduidelijk wat het beste moment is om een boom te kappen. Kort gezegd neemt een jonge boom minder CO2 op dan een hogere, oudere. “Biodiversiteit en de waarde van het bos spelen ook een rol. Oerbossen hebben een andere waarde dan productiebossen. Misschien moet je wel zeggen: we komen niet aan oerbossen. Hardhout houden we buiten schot.”

Nederland wil geen rechtszaak

Harry Nieman, directeur van SBK, de beheerder van de Nationale Milieudatabase, (wordt Stichting Nationale Milieudatabase) bevestigt dat het wel meetellen van tijdelijke CO2-opslag vooral gunstig zal uitpakken voor biobased materialen. “Ik ben geen LCA-specialist, maar tijdelijke opslag is vooral gunstig voor materialen zoals hout, zo simpel is dat. ”

Toch is hij niet van plan de norm aan te passen. Nieman benadrukt dat hij als beheerder van de Nederlandse bepalingsmethode de Europese norm volgt. “Wij hebben zelf geen behoefte om het anders te doen. Voor je het weet hebben we in Nederland een rechtszaak aan onze broek.” Van Leeuwen is daar niet zo bang voor. “Volgens mij zouden we in Nederland prima het experiment kunnen starten. Daarna kunnen we altijd nog naar Europa. Waarom dit noodzakelijk is? Alles wat we aan CO2 kunnen vastleggen halen we uit de atmosfeer. Maar we hebben – zeker in Nederland – niet genoeg ruimte om tien keer zoveel bomen te planten. Maar als je hout naar de stad brengt, sla je dubbel zoveel CO2 op met dezelfde ruimte.”

Blij van hout

Of er hout genoeg is? Schrijver en wetenschapper Pablo van der Lugt durft de stelling wel aan dat de helft van alle Nederlandse woningen aan het einde van deze eeuw uit hout is opgetrokken. “Waarom we meer in hout zouden moeten willen bouwen? Los van de duurzaamheidsvoordelen tonen steeds meer studies aan dat mensen gelukkiger, gezonder en productiever zijn in een houten gebouw. Daarnaast is het door de goede bewerkbaarheid perfect te prefabriceren en aan te passen in einde levensduur voor een nieuwe toepassing, met de hernieuwbaarheid dus dubbel-circulair. Dolgraag wil ik bijdragen aan de hernieuwbare samenleving. Het feit dat de gebouwde omgeving steeds weer terug groeit. Waanzinnig.”

Het ministerie van Binnenlandse Zaken was niet in staat om te reageren op vragen van Cobouw voor de gegeven deadline.